Haagse familie

Van der Leeuw

 

De Haagse familie Van der Leeuw 

Alle takken zijn tot de stamvader Joost Jansz. Van der Leeuw getrouwd met Aaltje Joosten c.q. Jan van der Leeuw zijn terug te leiden.


Johannes familie

De nakomelingen van Cornelis Joosten

Zij zijn over het algemeen RK-gedoopt en meestal werkzaam in de agrarische sector als tuinder, warmoezenier, molenaar.

Aanvankelijk zijn zij woonachtig in Rijswijk, later ook in Loosduinen. Duidelijk is te zien dat zij voor het dopen en de huwelijken in de RK-kerk waren aangewezen op de schuilkerken in Den Haag, aangezien deze in Rijswijk of Loosduinen tot 1786 nog niet aanwezig waren.

De RK-kerk in het Westeinde heeft tot aan het begin van de 20e eeuw een bijzondere rol gespeeld voor de katholieken in Loosduinen en omgeving. Ook toen er in Loosduinen een RK-kerk was gekomen, bleven veel Loosduiners de zondagsmis in het Westeinde bezoeken, waarschijnlijk ook vanwege het vroege tijdstip (half 6) dat zij al terecht konden.


Franciscus familie

De nakomelingen van Jan Joosten

Deze blijken niet zo honkvast te zijn als die van de andere broers.

Zo waren Jacob Jansz. en velen van zijn nakomelingen bakker en suikerbakker en zwierven aanvankelijk als bakkersgezel rond tot zij een vaste stek als meester-bakker hadden gevonden. Willem was schipper en voer met de trekschuit tussen Schoonhoven en Den Haag.

Met Gijsbertus Fransiscus trekt deze familie naar Brabant en gaat daar o.a. een loodgietersbedrijf beginnen. Veel van zijn nakomelingen leven nog in Den Bosch en omgeving.

Twee broers van Gijsbertus Franciscus, Jacobus Franciscus en Franciscus Johannes trekken naar Zeeland (Goes en Vlissingen), maar vele nakomelingen blijven in Den Haag en omgeving wonen.

Sep en To Beaufort zijn via moederszijde verwant aan deze tak. Hun directe voorouders zijn vaak bakker.



Huwelijksakte van Gijsbertus van der Leeuw en Everdina Douss 13-11-1822 te Den Haag















































 




























Jan van der Leeuw (van links naar rechts) met broers Bernard, Cor en Frans



Gerardus familie

De nakomelingen van Andries Joosten

Zij zijn over het algemeen protestant, in tegenstelling tot de Fransicus en Johannes-familie, en vele jaren vast aan Den Haag verbonden.

Aanvankelijk zijn de meesten warmoezenier en bezitten daardoor nogal wat grond aan de zuidzijde van Den Haag (Westeinde en omgeving, Loosduinseweg, Zusterpolder etc.) In de 18e eeuw begint echter in die richting de stadsuitbreiding van Den Haag, o.a. met de bebouwing van het Kortenbosch, dat toendertijd grotendeels als warmoesland in eigendom en gebruik was van de familieclan van o.a. Pieter van der Leeuw en diens zwager Jan Spijck. Uiteraaard leverde de verkoop van deze gronden aan metselaars en aannemers voor stedebouw goed geld op, maar als spoedig zagen de Van der Leeuwen in deze bouwerij zelf een toekomst en zo begon o.a. Gerrit van der Leeuw als metselaar en aannemer zijn aandeel te leveren in de bebouwing en uitbreiding van 's-Gravenhage, gevolgd door diverse nakomelingen.

Van warmoezeniers kwam deze familietak via metselaars/aannemers dus in goeden doen en velen werden huisjesmelkers en renteniers, maar ook velen verloren hun fortuin weer o.a. door het waardeloos worden van staatspapieren.

In de laatste generaties komen veel ambtenaren voor.

Gerardus van der Leeuw werd hoogleraar en Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen direct na de Tweede Wereldoorlog (1945-1946).










 
 

Jan, Cor en Frans van der Leeuw met Mia Reiniers in 1957

Truus Dekkers, Mia Reiniers, Ria Coone, Cor van der Leeuw en Lucie van der Leeuw in 1957

Nicolaas Laurentius van der Leeuw ca 1938