Befort
Beaufort wordt Befort
In Zeeland werd de naam Beaufort vaak weergegeven als Befort.
Uiteindelijk blijft de familie Beaufort (alle nakomelingen Nicolas Beaufort uit Sichem) de naam Beaufort gebruiken op een tak na: Abraham Befort (1808) de enige zoon van Cornelis Beaufort en Geertje van der Helder.
Zijn nakomelingen staan geregistreerd als Befort. De overige kinderen van Cornelis Beaufort hebben Jacomina de Maker als moeder.
Het is opmerkelijk dat deze naamaanpassing na de Napoleontische tijd plaatsvindt.
Abraham Beaufort/Befort (geboren 1808) te Middelburg, verhuist in 1862 naar Amsterdam na het overlijden van zijn vrouw Susanna Jacoba Beerends (in 1853 te Middelburg gestorven) met de jongste drie kinderen, zoon Abraham (1846), en dochters Johanna Cornelia (1841) en Henriette Maria (1843), eerst in de Bethaniënstraat 156, later in de Hasselaarsteeg 203.
De naam wordt definitief Befort.
Overigens komt de naam Befort in de ons omringende landen ook voor. De plaats Beaufort in Luxemburg werd bijvoorbeeld ook Befort genoemd enkele eeuwen geleden.
In Nederland komt de naam nog maar sporadisch voor. In Amsterdam zijn er nog 8 personen met de naam Befort, in de overige aangegeven gemeenten (Bergen, Alkmaar, Hoorn, Medemblik, Almere en Eindhoven) minder dan 4.
Abraham Befort
Befort (1808) trouwde in 1829 met Susanna Jacoba Beerends. Hij was toen kleermaker. In 1830 begint hij een “kleermakersaffaire’ in Middelburg. De vader van Abraham Befort, Cornelis, was varkensslager.
Middelburgsche courant 20-02-1830
In 1841 verhuist hij naar de St Janstraat H 195.
Hij is dan ook koopman in steenkolen:
Middelburgsche Courant 12-10-1839
Middelburgsche Courant 29-9-1840
Middelburgsche courant 14-09-1841
In 1851 opent Abraham Befort een winkel in tabak, sterke dranken, Likeuren en Kruidenierswaren in de Vlissingsche straat I 174 te Middelburg
Middelburgsche courant 17-06-1851
In 1857 vinden we hem terug als lijkdienaar: Hij verzoekt de Gemeenteraad als gepatenteerde lijkdienaar binnen deze gemeente om ontbinding verzocht van het alhier nog bestaande gilde van door het plaatselijk bestuur aangestelde lijkdienaars. Hij acht het bestaan dier gilden in strijdmet den geest des tijds en de thans van kracht zijnde patentwet en vindt het hinderlijk voor de vrije concurrentie. Middelburgsche courant 12-12-1857
In 1858 is hij bode bij de Maatschappij van het Burgerlijk begrafenisfonds gevestigd te Den Haag. Middelburgsche courant 28-01-1858.
Waarom hij in1862 in Amsterdam woont is niet duidelijk. Wellicht heeft dit te maken met zijn dochter Geertruida Johanna Wilhelmina (1831) die al eerder in Amsterdam verblijft. In 1860 wordt haar dochter Wilhelmina Elisabeth Befort geboren in Amsterdam. Wellicht wilde hij zijn oudste dochter bijstaan.
Geertruida trouwt in 1864 Christianus Hendricus van de Kloet, vergulder, in Amsterdam.
Geertruida Johanna Wilhelmina was al ondernemend in Middelburg, waar zij het bedrijf van “Wollen- en Linnennaaijen” wilde uitoefenen:
Middelburgsche courant 12-06-1851
Abraham Befort (1808), weduwnaar, vestigt zich in Amsterdam in 1862, met de jongste drie kinderen, zoon Abraham (1846), en dochters Johanna Cornelia (1841) en Henriette Maria (1843), eerst in de Bethaniënstraat 156, later in de Hasselaarsteeg 203.
In Amsterdam leert hij zijn tweede echtgenote Anna Mathildis Berendina Gerverdinck, een naaister kennen. Hij trouwt met haar 15-2-1865.
De andere oudere kinderen van Abraham Befort (1808);
Suzanna Jacoba is al in 1858 overleden in Middelburg, ongehuwd.
Pieternella Johanna (1933) trouwt in 1870 Johannes Willem Verkes te Haarlem, koopman en caféhouder.
Jacomina Elizabeth trouwt in 15-11-1865 Lambertus Blad in Haarlem, weduwnaar en timmerman.
Johanna Cornelia (1841) trouwt 26-4-1865 in Amsterdam met Pieter van den Boogaart, pakhuisknecht. Als zij in 1875 overlijdt hertrouwt Pieter 3 maanden later met Helena Margaretha Uphaus.
Henriette Maria (1843) trouwt op 5 mei 1875 in Amsterdam Frans Oberliese. Oberliese is in 1869 veroordeeld door de Krijgsraad wegens diefstal en het verkopen van kleding tot 3 jaar gevangenisstraf en uit militaire dienst gezet. In 1900 vinden we hem terug in Veenhuizen, waar hij zit wegens bedelarij.
Abraham Befort (1846) het jongste kind, wordt ook kleermaker. Hij trouwt Catharina Hendrika Elizabeth Gerarda Brouwer 22-1-1873 in Amsterdam, en na haar overlijden trouwt 9-5-1888 aldaar de ongehuwde moeder Theodora Reilman.
Van zijn zes zonen worden er 5 kleermaker: Abraham Befort (1873), Engelbertus Befort (1875), Franciscus Befort (1877) en de zonen uit het tweede huwelijk Hendrik Befort (1889) en Cornelis Befort (1894).
Gerardus Befort (1881) wordt passepartoutmaker.
Abraham Befort (1873) is op 6 maart 1893 ingedeeld als loteling uit de lichting van 1873, gemeente Amsterdam onder nummer 13. In 1893 was hij 1.585. meter lang en had geen merkbare tekenen. Hij werd Korporaal op 31-8-1893. Sinds 25-7-1898 is hij vrijwillig geengageerd als soldaat voor 6 jaar met F 40 premie. In 1903: soldaat 2e compagnie 4e bataljon regiment infanterie in garnizoen te Amsterdam. Dat beviel wat minder:
Hij heeft in een bui van balorigheid de kazerne verlaten en zag er tegen op terug te komen. Hij ontbrak op het 3e appel 1-8-1903.
Hij was op 3-5-1899 al gestraft met 4 dagen provoost om den anderen dag water en brood wegens eerste desertie in tijd van vrede door 2 dagen en 21 uur bij de compagnie te mankeren zonder de reden van afwezigheid ten genoegen van zijn chef te kunnen bewijzen, opgevolgd door vrijwillige terugkomst.
Nu schuldig aan voor de tweede keer desertie werd hij veroordeeld
tot een militaire detentie van 6 weken, met aftrek van voorarrest (28-8-1903).
Na afloop van zijn vrijwillig engagement is hij getrouwd en verdiende de kost als kleermaker.
De vier dochters uit het tweede huwelijk:
Susanna Catharina Theodora Befort (1891) trouwt met de goudsmid Peter Josephus Wilhelmus Kortenhagen 23-1-11890 te Amsterdam. Jacoba Suzanna Befort (1893) sterft ongehuwd op 24 jarige leeftijd in 1917. Theodora Befort (1896) lingerienaaister, trouwt de timmerman Willem Frederik Roding op 27 maart 1924 te Amsterdam. Wilhelmina Befort (1899) naaister, trouwt de tandtechnicus Gerardus Wolterus Landaal in 1926 te Amsterdam.
Hendrik Befort (1889) zet met 2 van zijn zonen het kleermakersberoep voort (zijn broers hebben alleen dochters, of een jong overleden zoon). Wilhelmus Gijsbertus (1920) en Gijsbertus Wilhelmus (1927) worden bankwerker.
Van die twee zonen overlijdt Abraham (1912) de oudste, al in 1941. Hendrik Befort (1914) zet het metier voort.
Op 7 januari 1918 was er brand. krant: het Centrum.
Dit was het huis van Hendrik Befort (1889)
aantal naamdragers Befort per gemeente in 2007 in Nederland (bron: Meertens Instituut)